Arij van der Drift (22) en Antje van Walen (23)

Arij
Arij is de zoon van Hendrik van der Drift (44) en Neeltje Langendam (45) uit Hazerswoude. Hij wordt op 29 maart 1815 geboren, als tweede in een gezin van vijf volwassen geworden kinderen. Zijn vader is dagloner. Wanneer en waar zijn ouders zijn overleden heb ik niet kunnen vinden.
In 1834 meldt Arij zich aan voor de loting voor de militaire dienst. Hij hoeft niet in het leger te dienen. Uit zijn signalement blijkt dat hij 1.60 m. lang is, blauwe ogen, blond haar en een dikke neus heeft. Bij ‘merkbare teekenen’ staat: ‘gatjes ooren’. Draagt hij daar ringetjes in? Arij is boerenknecht.

Antje en haar ouders
Antje wordt op 15 juli 1819 in Hazerswoude geboren. Haar ouders zijn Hermanus van Walen (46) en Hester Vonk (47). Haar vader is arbeider en hij overlijdt in december 1822 op 26-jarige leeftijd, wanneer Antje ruim drie jaar is. Ze heeft dan een broertje van een paar maanden oud. Haar moeder wil in 1824 gaan hertrouwen.
Image VL00056
De kerk van Hazerswoude, waar Arij en Antje en hun kinderen zijn gedoopt.
Daardoor komt aan het licht dat Hester, na de dood van haar man, nooit het Vredegerecht (een voorloper van het Kantongerecht) heeft ingeschakeld voor de benoeming van een toeziend voogd over de kinderen en voor de taxatie van de bezittingen in verband met de erfenis. De vrederechter belegt alsnog een zogenaamd familieberaad in het gemeentehuis van Alphen. Hester, haar vader, haar schoonvader, een zwager en enkele vrienden zijn aanwezig. Hester zegt niet geweten te hebben dat ze het gerecht had moeten inlichten. Ze wordt streng toegesproken en de magistraat dreigt min of meer met het afnemen van haar kindertjes, maar dat is gelukkig alleen maar wat machtsvertoon. Daarna verklaren de beide vaders dat haar boedel minder waard is dan de taxatiekosten zullen bedragen. De zwager wordt na enig overleg beëdigd als toeziend voogd.
Hester hertrouwt en krijgt nog twee zoontjes. Dan overlijdt ze in augustus 1828 op de leeftijd van 28 jaar, zonder enig bezit na te laten. Haar vader, Simon Vonk (1765-1833), wordt voogd over Antje en haar broertje. Wie na de dood van hun moeder de zorg voor hen op zich neemt weet ik niet.
Simon Vonk was in die tijd landbouwer in Hazerswoude en daarvóór, rond 1800, had hij een boerderijtje in de buurtschap De Kruisweg bij Bleiswijk. Hij heeft dus Mattheüs Geltelder (54) gekend, een voorvader van mijn moeder, uiteraard niet vermoedend dat ze anderhalve eeuw later drie gemeenschappelijke nakomelingen zouden hebben. Inmiddels zijn dat er heel wat meer.

Arij en Antje
Ze trouwen op 9 november 1838 in Hazerswoude. De ouders van Arij verklaren bij die gelegenheid niet te kunnen schrijven. Alle zeven kinderen van Arij en Antje, onder wie mijn overgrootmoeder Neeltje (11), komen ter wereld in Hazerswoude. Drie worden slechts enkele maanden oud.
In april 1858 vertrekt het gezin naar de pas ontgonnen Haarlemmermeer, ze gaan bij een boerderij aan de Sloterweg wonen, een kilometer ten oosten van de Lisserweg. Arij is er boerenknecht. In 1860 overlijdt hun jongste dochter op elfjarige leeftijd. Was zij, net als veel anderen, het slachtoffer van cholera, tyfus of malaria? Die ziekten kwamen elk jaar voor in de jonge polder.

Een geïsoleerd bestaan voor Arij en Antje
In 1858 was de Haarlemmermeer nog erg dunbevolkt, de boerderijen stonden ver van elkaar. De wegen waren onverhard en daardoor alleen bij strenge vorst en tijdens een droge zomer begaanbaar.
Image VL00057
De eerste kerkdienst in de Haarlemmermeer, in december 1855. Een boerenloods in Hoofddorp fungeerde als tijdelijke kerk.
Maar wanneer het vroor bleven de mensen liefst zoveel mogelijk binnen, want de koude wind had vrij spel op de kale vlakte, die de Haarlemmermeer toen was. En arme arbeiders hadden geen kleren die warm genoeg waren voor zulke weersomstandigheden. In de zomer moest er door een knecht, en vaak ook door zijn vrouw en kinderen, lang en hard op het land worden gewerkt. Dus eigenlijk konden Arij en Antje nooit weg. Met andere woorden: het was een geïsoleerd bestaan. Er zal wel eens een marskramer met koopwaar aan de deur zijn gekomen, dan hoorden ze van hem de laatste nieuwtjes.
En ’s zondags naar de kerk gaan, meestal de enige onderbreking van de dagelijkse sleur, was in het begin voor Arij en Antje vrijwel uitgesloten, omdat er maar één in de Haarlemmermeer was, in Hoofddorp, tien kilometer van hun huis af. Misschien bezochten ze af en toe die in Oude Wetering, dat was iets dichterbij. In 1862 kwam er een tweede kerkgebouw, in Nieuw-Vennep, vier kilometer bij hen vandaan. Wie weet mochten Antje en haar kinderen soms met de boer op zijn kar meerijden wanneer de toestand van de wegen het toeliet dat ze daarheen gingen. Arij moest dan denkelijk op het bedrijf blijven passen, een afgelegen boerderij laat je niet onbeheerd.
Als ze nu opnieuw zouden kunnen kijken op de plek waar ze zo afgezonderd leefden, zouden ze hun ogen (en oren) niet geloven, er loopt een snelweg vlak langs.

Naar de Ringdijk
Halverwege de zestiger jaren gaan Arij en Antje aan de rand van de Haarlemmermeer wonen, dichtbij het gemaal de Cruquius aan de Ringdijk. Is hun werkgever in 1866 noodgedwongen gestopt met de landbouw, toen de Haarlemmermeer door een misoogst, de runderpest en een vreselijke cholera-epidemie werd getroffen? Of hebben ze er genoeg van om in het modderige en van alle voorzieningen verstoken midden van de polder te zitten? Het dorp Heemstede is vanaf hun nieuwe stek gemakkelijk bereikbaar. Ongetwijfeld is Arij ook dan boerenknecht, want 98 % van de beroepsbevolking in de Meer is in die tijd werkzaam in de agrarische sector. Arij overlijdt op 19 december 1879, hij is 64 jaar geworden.
Na zijn dood wordt Antje koopvrouw, dat betekent waarschijnlijk dat ze met spulletjes langs de deuren gaat. Ze blijft zelfstandig wonen in het huisje aan de Ringdijk. Antje sterft op 6 augustus 1892, op 73-jarige leeftijd.
Ik denk dat ze eenzaam is geweest in die laatste periode van haar leven. Haar dochter Hester was in 1870 gestorven. Haar zoon Hermanus was in 1867 getrouwd en daarna verhuisd naar Zaandam en haar dochter Neeltje (11) woonde met haar gezin aan de Huigsloterdijk bij Oude Wetering, achttien kilometer van Antje verwijderd. Bovendien vertrok Neeltje in 1891 naar Rijnsaterwoude, nog verder weg. Het kan zijn dat er een paar kinderen van dochter Hester in de buurt zaten en dat die zich, zo nodig, over hun opoe ontfermden. Eén van hen gaf het overlijden van zijn grootmoeder aan.
In de akte staat: ‘de namen der ouders (van Antje. A.N.) de aangever niet bekend zijnde’.
Hermanus van Walen en Hester Vonk waren dus na ruim zestig jaar al vergeten. We weten niet veel over hen, maar nu worden tenminste hun namen weer een keer genoemd.


Deze website is gemaakt en ontworpen door NMMOnline.